Geef nooit op - je hebt niks te verliezen!
“Met opgeven heeft nog nooit iemand een partij gewonnen.” Dat is een bekende schaakuitspraak van grootmeester Savielly Tartakower. Als je net je dame hebt weggeblunderd, lijkt er misschien geen redden meer aan. Opgeven dan maar? Niet doen, gewoon doorspelen!
Ervaren schakers weten precies wanneer ze moeten opgeven. Als ze een fout hebben gemaakt, bijvoorbeeld. Of als ze achterstaan in materiaal en weten dat het nu voor hun tegenstander geen probleem meer is om te winnen. Veel ervaren spelers vinden zelfs dat het eigenlijk niet zo netjes is om door te spelen als je ‘verloren’ staat. Als beginnende schaker moet je je daar helemaal niets van aantrekken. Zelfs als je dik achter staat, is het beter om gewoon verder te gaan met de partij.
Waarom beginnende schakers niet moeten opgeven:
1. Als je opgeeft heb je verloren
Als je doorspeelt, kan het misschien nog remise worden. Of zelfs winst. Het ergste wat er kan gebeuren, is dat je verliest. Hé, dan heb je hetzelfde als wanneer je had opgeven. Niks aan de hand dus.
2. Iedereen maakt fouten
Oké, je hebt door een stomme fout een toren weggeven. Da’s balen. Je bent boos op jezelf en je hebt eigenlijk helemaal geen zin meer om verder te gaan. Het is heel begrijpelijk dat je je zo voelt. Maar probeer het toch. Haal een paar keer diep adem en speel door. Blijf goed nadenken over je zetten en probeer het de ander zo moeilijk mogelijk te maken.
De kans is namelijk groot dat je tegenstander ook nog wel een paar foutjes maakt of misschien zelfs een grote blunder. Alle schakers maken fouten, zelfs grootmeesters. En waarschijnlijk is jouw tegenstander - net als jij zelf - ook geen wereldkampioen…
(Als je toevallig wél tegen wereldkampioen Magnus Carlsen speelt, moet je natuurlijk ook doorspelen. Dat is zo’n bijzondere ervaring dat je die zo lang mogelijk moet laten duren!)
3. Je tegenstander staat misschien wel gewonnen, maar kán hij ook winnen?
Stel dat jij alleen nog maar een koning hebt en je tegenstander heeft een koning en een dame. Schakers zeggen dan dat je ‘verloren staat’. Met alleen een koning kun je namelijk niet mat zetten. Met een dame en een koning kan dat wel. Maar… je moet wel weten hoe dat moet.
Als jij weet hoe het moet, denk je waarschijnlijk dat je tegenstander dat ook wel zal kunnen. Maar is dat wel zo? Lang niet alle beginnende schakers weten hoe ze mat moet zetten met een dame of toren plus een koning, of met twee torens. Lukt het je tegenstander niet om jou mat te krijgen, dan is het remise. Heb je toch een halve punt te pakken.
4. Laat je tegenstander werken voor zijn winst
Als je opgeeft, geef je de winst gewoon cadeau. Waarom zou je? Je tegenstander mag er best wat moeite voor doen…
5. Ga voor pat
Pat is prachtig! Niet als je zelf aan het winnen bent en per ongeluk je tegenstander pat zet in plaats van mat. Dan is pat ellendig. Maar als je toch al verloren staat en het wordt pat… er zijn schakers die dat bijna nog leuker vinden dan winnen. Het goede nieuws is: hoe meer stukken je tegenstander heeft, hoe groter de kans op pat. Een goede reden dus om door te blijven spelen als je al snel in de partij ver achter komt te staan.
6. Je kunt winnen en je kunt leren
Door verder te spelen, leer je ontzettend veel. Bijvoorbeeld hoe je kleine kansjes kunt benutten om je terug te vechten in de partij (die kun je in een andere partij dan weer gebruiken om op voorsprong te komen). Je leert mat zetten (door te kijken hoe je tegenstander dat doet) en je leert het gevaar van pat te herkennen. Bovendien leer je hoe je moet omgaan met teleurstelling en hoe je weer rustig kunt worden na een fout of een blunder. Om een goede schaker te worden, zijn doorzettingsvermogen en vechtlust heel belangrijk.
Ze zeggen wel eens: je kunt winnen en je kunt leren. Een partij die je doorspeelt, zelfs al weet je dat je gaat verliezen, is een partij die je kunt gebruiken om te leren. En dat levert je in de toekomst dan weer een heleboel winstpartijen op!
Train je skills
Kun jij al zonder problemen mat zetten met een dame en een koning of gaat het nog wel eens mis? Door te trainen word je er supergoed in. De opgaven in deze lessen zijn een perfecte oefening: