Survival op een schaakbord
Schaken is soms net als proberen te overleven in de wildernis, zeker als je nog niet zo lang schaakt. Om te overleven heb je enkele basis-survivaltechnieken nodig.
Survivalprogramma’s zijn tegenwoordig een populair tv-genre. Drop een groep mensen op een onbewoond eiland en wij kijken met z’n allen toe of en hoe ze overleven. Veilig vanaf de bank.
Mocht je nog nooit zo'n programma hebben gezien, het gaat er ongeveer zo aan toe: aan de ene kant van het jungle-eiland zie je een groep mannen druk bezig met zware boomstammen slepen en grote takken hakken voor een robuuste hut en – vooral ook – met zoeken naar geschikt drinkwater. “Water is prioriteit één”, spreekt een van de mannen stellig. Elders op het eiland probeert een groep vrouwen een onderkomen te bouwen met zo weinig mogelijk inspanning. “Energie sparen is het allerbelangrijkste”, denken de vrouwen te weten en ze bouwen snel en adequaat een hut van palmbladeren. Aan het eind van de dag zijn de wanhoop en verbijstering in beide groepen even groot. De mannen zijn uitgeput, de vrouwen hebben dorst en niemand ziet het meer zitten.
Het is duidelijk: ze hebben deze dag overleefd, maar eigenlijk hadden ze geen flauw idee wat ze aan het doen waren. De survivalexpert van het programma legt het de kijkers even uit. Energie sparen, water zoeken, een onderdak bouwen – het zijn de eerste drie voorwaarden om te overleven. De mannen hadden er twee onthouden, de vrouwen hadden twee andere onthouden, maar geen van beide groepen had alle drie onthouden. Vandaar dat beide groepen er na een dagje wildernis overleven niet al te jofel bijzitten. De survivalexpert kijkt het hoofdschuddend aan. Hij had het de deelnemers nog zó gezegd…
Als beginnende schaker voelt het soms alsof je deelnemer bent in een survivalprogramma op tv. Om te overleven op het schaakbord heb je je schaaksurvivaltechnieken hard nodig. Natuurlijk heb je die geoefend, bijvoorbeeld door de lessen en trainingen op Chessity te volgen. Je leest af en toe eens wat over schaken, bekijkt schaakvideo’s, vraagt betere schakers om advies of krijgt training op de club. Maar tijdens de partij zitten deze survivalexperts als hoofdschuddende voice-overs aan de kant en moet je het zelf doen.
Schaak-ezelsbruggetje 1: MORA
Dan helpt het als je een aantal ezelsbruggetjes paraat hebt die je helpen de survivaltips tijdens het schaken te herinneren. Een handige is bijvoorbeeld de MORA-regel, die is bedacht door schaaktrainer Eddy Sibbing. MORA helpt je door het begin van de partij heen:
M = midden – speel een of twee pionnen in het midden van het bord
O = ontwikkelen – breng je paarden en lopers in het spel
R = rokeren – rokeer zo snel mogelijk je koning en toren
A = aanvallen
Schaak-ezelsbruggetje 2: Goed-beter-best
Wie nog niet zo lang schaakt, is vaak al blij als het überhaupt lukt een beetje aardige zet te verzinnen. Hupsakee, zetten maar! Nee, zeggen de survivalexperts, je moet altijd drie ‘kandidaatzetten’ bedenken. Vreemd misschien, maar het woord ‘kandidaatzet’ is niet bepaald een woord dat bij beginnende schakers boven het bord zweeft. Gelukkig heeft schaaktrainer en Chessity-coach Huub van der Logt een veel pakkender term om deze essentiële survivaltechniek te onthouden: hij noemt de drie kandidaatzetten de goed-beter-best-zetten. In zijn Schaak Maar Raak-magazine (gratis te downloaden vanaf zijn site) vertelt Huub er meer over.
Schaak-ezelsbruggetje 3: SSA(P)
Maar hoe vindt je die beter-best-zetten? Daarbij helpt het ezelsbruggetje SSA(P). Kijk bij iedere zet naar
S – schaak
S – slaan
A – aanvallende zet
(De P staat voor Plan, maar dat is meer voor schakers die zich al goed redden in de jungle. Zij kunnen op zoek gaan naar een nóg beter basiskamp.)
Schaak-ezelsbruggetje 4: STUDT
Een andere handige survivaltip is het ezelsbruggetje STUDT, die je helpt om alle mogelijke manier van verdedigen systematisch langs te lopen. Als je in de jungle een giftige pijlstaartkikker ziet (potentieel dodelijk), zal je eerste reactie zijn om gewoon hard weg te rennen. Als op het schaakbord je dame wordt aangevallen, ben je misschien geneigd om die zo snel mogelijk weg te zetten. Maar er zijn natuurlijk meer manieren om het gevaar het hoofd te bieden en misschien zit daar wel een beter-best-zet tussen! De letters STUDT zijn als de functies van een Zwitsers zakmes:
S – slaan
T – tussenplaatsen
U – uitwijken, vluchten dus
D – dekken
T – tegenaanval
Door de zakmesfuncties één voor één uit te klappen, weet je zeker dat je niet een mogelijkheid voor een beter- of best-zet over het hoofd ziet.
Survivallen in de jungle is niet gemakkelijk. Overleven op het schaakbord evenmin. Ervaren schakers zijn vaak vergeten hoe moeilijk een partij schaken is voor beginners. Het Zwitserse zakmes van de ervaren schaker is enorm en survivalkennis is als een tweede natuur.
Daarom hierbij een oproepje aan alle ervaren schakers: blijf als schaaksurvivalexpert niet in de voice-overrol hangen, maar deel je kennis. Laat alle functies van je zakmes zien, denk nog eens terug aan toen jíj leerde schaken en vertel alle ezelsbruggetjes die jou ooit hebben geholpen om grip op het spel te krijgen - en die je misschien nog steeds wel houvast geven. Bijvoorbeeld door ze onder dit artikel te delen als reactie. Of door er zelf een blog* over te schrijven op Chessity. We willen toch graag dat alle schakers en schakertjes leren overleven in de schaakjungle?
* Hulp nodig? Neem even contact op, we helpen je graag!
Bronnen:
- De ezelsbruggetjes SSAP en STUDT worden vermeld in het boek Schaaktalent ontwikkelen van schaaktrainers Karel van Delft en IM Merijn van Delft.
- Illustraties: freepik.com en freeimages.com