Hoe zorg je voor een soepele start van de schaakles?
De meeste leerkrachten zullen het wel herkennen: met een soepele lesovergang en een goede start van de nieuwe les houd je de aandacht van de leerlingen vast en voorkom je dat het rommelig en rumoerig wordt. Leerkrachten die beginnen met schaakles geven, worstelen wel eens met de vraag hoe ze een les met Chessity kunnen opstarten. In dit artikel lees je tien tips voor klassikale startmomentent.
In principe kunnen de kinderen gewoon hun laptop of tablet pakken en aan de slag gaan. Alle leerlingen volgen immers een individueel leertraject in Chessity. Het leren gebeurt grotendeels leerkrachtonafhankelijk. Het leerplatfom is een uitwerking van het wetenschappelijk bewezen concept Intelligent Tutoring System (ITS), met in de software geïntegreerde dynamische gerichte instructie en elaboratieve feedback. Klassikale directe instructie is dus over het algemeen niet relevant en zou bovendien schaakkennis vragen die de meeste leerkrachten niet hebben.
Voor een ordelijke en taakgerichte sfeer tijdens de les is het echter aan te raden om de schaakles kort klassikaal te beginnen. Dit versterkt ook nog eens het gevoel dat de klas samen op ontdekkingsreis gaat in de wereld die schaken heet.
Tien tips voor klassikale startmomenten
1. Herhaal afspraken over gedrag
Benoem het concrete gedrag dat je van je leerlingen vraagt in verschillende fasen van de les. Hoe gaan ze om met hun device? Wat moeten ze doen als ze hulp nodig hebben? Mogen de leerlingen praten (en hoe hard) of lopen tijdens de les? Hoe gaan ze sportief om met winnen en verliezen?
Het kan handig zijn om afspraken te visualiseren (teken voor uitgestelde aandacht, werken met blokjes en een timer), zodat leerlingen controle kunnen blijven ervaren en je als leerkracht regelgestuurd kunt corrigeren.
2. Maak de lesplanning concreet
Maak voor de kinderen duidelijk hoe de lesplanning eruit ziet en hoeveel tijd ze hebben voor de verschillende onderdelen. Het kan handig zijn om de tijd zichtbaar te maken door een time timer in te stellen.
3. Bespreek individuele of groepsdoelen
Ben je bezig met een Diploma Challenge, dan is het begin van de les een goed moment om even stil te staan bij de indviduele voortgang van de leerlingen. Hoeveel stickers moeten er op dit moment gehaald zijn om op koers te liggen voor het diploma? Wie hebben dat al gehaald, wie liggen er mooi op koers en wie moeten er even een tandje bijzetten?
4. Doe een lesje 'begrijpend luisteren' met Chessto
Als kinderen tegen problemen aanlopen in de lessen, komt Chessto te hulp. Hij geeft uitleg, activeert relevante voorkennis, deelt het probleem op in deelproblemen en helpt met het aanleren en inoefenen van oplossingsstrategieën.
Maar... Chessto horen praten is een ding, goed luisteren naar wat hij zegt is een tweede. Als een leerling niet actief luistert naar Chessto, zal hij vastlopen. In het Pion-level gebeurt dat bijvoorbeeld nog wel eens bij de les over het paard en de les over schaakmat. Dan is een klassikaal lesje 'luisteren naar Chessto' heel nuttig.
Laat een leerling op het digibord een les doen en luister samen met de leerlingen. Wat zegt Chessto eigenlijk? Wat denkt de leerling dat hij bedoelt? Hoe kan de leerling testen of hij/zij het goed heeft begrepen? Waar nodig kun je helpen door zelf hardop denkend mee te luisteren.
5. Vier een diplomafeestje
Zijn er kinderen die geslaagd zijn voor een examen? Het begin van de les is een perfect moment voor een diplomafeestje. Haal de geslaagde leerling voor de klas en overhandig het diploma. Vier het succes van de leerling door hem even in het zonnetje te zetten. Dat geeft een boost aan het zelfvertrouwen en motiveert de leerling om door te gaan en nog meer te bereiken. Zo'n diplomafeestje stimuleert bovendien de andere leerlingen om hun best te doen: "Hé, dat wil ik ook!"
6. Gebruik een schaakverhaal
Het schaakbord en de rijstkorrels vertelt de legende over het ontstaan van het schaakbord en herbergt een intrigerend rekenraadsel met een overweldigende uitkomst. Juf Sylvia heeft deze legende en het rekenraadsel uitgewerkt tot een powerpoint die je in de klas kunt gebruiken. Klik hier
[Sluit aan bij: rekenen (kerndoel 27)]
De schakende Turk was een mechanische schaakspeler die in de 18e eeuw furore maakte door onder anderen Napoleon te verslaan. Eigenlijk was deze eerste schaakrobot een goocheltruc. Klik hier voor een korte versie van het verhaal. Op deze website wordt aan de hand van het verhaal verder ingegaan op de ontwikkeling van (schaak)computers.
[Sluit aan bij: STEAM, natuur en techniek (kerndoel 45) en geschiedenis (kerndoel 53)]
Het sprookje van de drie zwarte koningen is een grappig verhaal over een onmogelijke schaakstelling.
[Sluit aan bij: aardrijkskunde (kerndoel 50)]
7. Start met een raadsel of vraagstuk
Enkele voorbeelden:
Raadsel Twee mensen zijn aan het schaken. Ze spelen vijf partijen en winnen er allebei drie. Er wordt remise geen gespeeld. Hoe kan dit?
Antwoord: ze spelen tegen verschillende tegenstanders
Vraagstuk Hoeveel vierkanten tel je op het schaakbord?
Het snelle antwoord is 64, het aantal zwarte en witte velden op het bord. Maar een schaakbord telt natuurlijk veel meer vierkanten; alleen het bord zelf is al een vierkant! In totaal zijn er 204 vierkanten te vinden: 64 van een vakje, 47 van twee bij twee, 36 van drie bij drie, 25 van vier bij vier, 16 van vijf bij vijf, 9 van zes bij zes, 4 van zeven bij zeven en 1 van acht bij acht.
Vraagstuk Je hebt vier schaakstukken: een pion, een dame, een koning en een loper. Welke hoort er niet bij?
Een 'welke hoort er niet bij'-oefening aan het begin van de les is een perfecte manier om de kinderen direct in de modus te krijgen van creatief en kritisch nadenken. Ze moeten logisch redeneren om te bepalen welk stuk afwijkt en hun keuze beargumenteren. Anders dan bij een multiplechoicevraag is er niet één goed antwoord. Het vraagstuk kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en vergt schaakdenken en discussie (klassikaal of in groepjes).
Leering A zegt: "Ik denk dat de koning er niet bij hoort, want dat is het enige stuk dat je niet kan slaan."
Leerling B zegt: "Volgens mij is het de loper. Dat is het enige stuk dat niet recht vooruit kan lopen."
Leerling C: "Nee, het is de pion. Die kan als enige niet achteruit én hij slaat anders dan dat hij loopt. En hij kan ook nog eens als enige promoveren!"
Alle drie de leerlingen zijn geprikkeld om goed na te denken en tot een beredeneerde keuze te komen op basis van hun schaakkennis. Deze betrokkenheid is een mooie basis voor de rest van de les.
8. Bepreek een stelling of citaat
Stelling
Schaken is geen sport
Wie is het hiermee eens en wie niet? En waarom vinden de leerlingen dat?
Citaat
Over schaken zijn tientallen citaten te vinden die uitnodigen tot nadenken en discussie. Bijvoorbeeld deze: Schaken is een dwaze manier om luie mensen te laten geloven dat ze iets heel slims doen, terwijl ze alleen maar hun tijd verspillen (George Bernhard Shaw).
Wie is het hiermee eens en wie niet? En waarom vinden de leerlingen dat?
9. Laat kinderen bewegen
Kinderen zitten in de klas lang stil en veel kinderen hebben er behoefte om even te ontladen door te bewegen. Een wisselmoment tussen de lessen is ideaal om wat beweging in te lassen. De coöperatieve (schaak)spelletjes 'Zoek iemand die...' en 'Mix en ruil' zijn heel geschikt om bij de lesovergang in te zetten.
10. Bekijk een YouTube-filmpje
Geri's Game is een kort animatiefilmpje van Pixar over een oude man die in het park een potje tegen zichzelf schaakt en steeds van plek wisselt:
Dit item uit Zondag met Lubach introdudeert het hilarisch schaakstuk de 'floper'. De leerlingen maken bovendien kennis met Anish Giri, de beste Nederlandse schaker, die behoort tot de wereldtop:
Victor Mids ging voor zijn programma Mindf*ck langs bij schaakberoemdheid en grootmeester Hans Böhm, die hij met trucs in de maling nam. De eerst wordt uitgelegd en biedt ook nog een beknopt lesje biologie (functie van het hart, bloedsomloop; kerndoel 41). De tweede blijft een mysterie en leent zich ervoor om de leerlingen zelf te laten proberen:
Dit filmpje van Harrie Jekkers heeft weliswar visueel niet zo veel te bieden, maar laat een prachtig schaaklied horen. Voor jonge kinderen is het gewoon grappig dat de moeder de regels van het schaakpsel verkeerd aanleerde, voor groep 7 en 8 biedt het liedje aanknopingspunten om dieper in te gaan op de tekst, die eigenlijk gaat over de positie en emancipatie van de vrouw (kerndoel 37). Het is ook leuk om even stil te staan bij hoe Harrie en zijn moeder zelf een schaakstukken maken. Zijn er ook andere manieren om zelf een bord te maken? Hoe zouden de leerlingen dit aanpakken? Wat heb je nodig? Hoe maak je het ontwerp? Uiteraard kun je dit gebruiken als uitgangspunt voor een STEAM-les of creatieve les.