Schaken, een kwestie van tijd
Hoe komt het toch dat sterke schakers nog van elkaar kunnen winnen. Schaakprofessionals schaken uren per dag. Jaar na jaar. Zijn er nog nieuwe zetten te bedenken? Of is het spel uitgeanalyseerd?
Gelukkig niet! Schaken is daar veel te ingewikkeld voor. Om je een idee te geven: er zijn maar liefst 318.979.564.000 stellingen mogelijk na het spelen van de eerste vier zetten. Volgens America’s Foundation for Chess zijn dat er 169.518.829.100.544.000.000.000.000.000 na het spelen van 10 zetten!
De langste schaakpartij ooit gespeeld duurde 269 zetten. Zo veel zetten kun je als mens niet doorzien. Zelfs niet als je de hoofdrol hebt in the Queens Gambit... Hoe verliep de partij met 269 zetten? Je kunt hieronder een stukje zien. De partij duurde maar liefst 20 uur en 15 minuten! Gelukkig kunnen de zetten versneld afgespeeld worden, maar toch ook dan ben je een tijdje zoet met kijken:
Schaken met klok
Schakers nemen elke zet weer een moeilijke beslissing. Dat kost tijd, maar eigenlijk heb je nooit tijd genoeg om alle mogelijkheden na te gaan. Je kunt wel eindeloos nadenken over een zet, maar op die manier komt er geen einde aan een partij. Daarom is zo’n 150 jaar geleden de schaakklok geïntroduceerd.
Sindsdien krijgt elke speler kreeg een bepaalde hoeveelheid bedenktijd om de zetten moet uitvoeren. Lukt het niet binnen de tijd? DAn verlies je de partij. Vroeger was dat anders. In de jaren '90 kreeg iedere speler 2,5 uur voor de eerste 40 zetten. Lukte het je niet om binnen deze tijd 40 zetten te spelen en was de partij nog wel in volle gang (dus niemand stond mat)? Dan verloor je op tijd. Tenzij je op dat moment alle stukken van de tegenstanders geslagen zou hebben. Maar die kans is bijzonder klein. Lees meer over dit onderwerp in de blog Combineer schaken en bewegen.
Haalde je de 40 zetten wel? En was de partij nog niet klaar? Dan werd de partij afgebroken. De speler die aan zet was, schreef de zet op die hij/zij van plan was te spelen op. De tegenstander mocht dat natuurlijk niet zien. Het briefje ging in een envelop. De volgende dag opende de arbiter de envelop en voerde de afgegeven zet uit. Daarna ging de partij weer verder. Beide spelers kregen er uiteraard weer bedenktijd bij. Meestal was één keer afbreken genoeg om een partij af te kunnen maken.
Uiteindelijk werd besloten om partijen niet meer af te breken. Hierdoor konden partijen in één dag gespeeld worden. Een veelgebruikt speeltempo op grote toernooien was dat iedere speler 2 uur bedenktijd kreeg voor de eerste 40 zetten. Daarna was er 1 uur tijd voor de volgende 20 zetten. Was de partij na 60 zetten nog niet klaar? Dan kreeg iedere speler er een half uur bij voor het vervolg. Een partij kon op deze manier maximaal 7 uur duren.
Tegenwoordig kom je partijen van 7 uur nog zelden tegen. Dat komt omdat spelers steeds minder bedenktijd krijgen. Er is dus nog maar één tijdcontrole, zoals dat in het schaken genoemd wordt (enkele uitzonderingen daargelaten). Ook de bedenktijd voor de eerste 40 zetten wordt korter.
Schaken op de televisie
Waarom krijgen spelers steeds minder tijd om na te denken? Een van de redenen voor deze ontwikkeling zou zijn dat het schaken op deze manier aantrekkelijker wordt als kijksport, bijvoorbeeld voor de televisie. Zou schaken echt meer mensen kunnen boeien, als er sneller gespeeld wordt? Magnus Carlsen kwam jaren geleden op bezoek bij het tv-programma ‘Pauw en Witteman’. Hierin speelde hij een partij tegen de Nederlandse schaakmeester Hans Böhm - de man die ook onder water schaakt. Beide spelers hadden slechts één minuut bedenktijd voor de hele partij. Bekijk hieronder het filmpje:
Pauw: “Ik vind het vrij lang duren eigenlijk.” (1.07)
Witteman: “Mensen denken thuis nu ook: de minuut is allang voorbij. Maar dat komt omdat het om netto speeltijd gaat. Ze hebben allebei een minuut, dus al gauw twee minuten.” (1.24)
Tja, als twee minuten al te lang duurt, hoe kan dan ooit een klassieke partij van een paar uur de tv-kijker boeien? Dat dat toch kan, bewijzen ze in Noorwegen. Maar daarover zo meer. Laten we eerst het slot van de partij tussen Hans Böhm en Magnus Carlsen doornemen:
Böhm, Hans - Carlsen, Magnus
Wit zette de partij rustig op, maar toch heeft zwart een manier gevonden om actief spel te krijgen. Inmiddels zijn bijna alle zwarte stukken de witte stelling binnengedrongen en het zal ook niet lang meer duren voordat de zwarte toren op de achtste rij zich met de strijd kan gaan bemoeien. Kortom, zwart is flink aan het aanvallen en wit moet zich beperken tot verdedigen.
De laatste zet van zwart is een gemene. Hij heeft de dame naast de twee witte torens gezet. Weer komt een zwart stuk dichter bij de witte koning en ook worden twee torens aangevallen. Beide torens lijken echter voldoende verdedigd te zijn. De toren op de onderste rij wordt twee keer aangevallen, maar is ook twee keer gedekt. De toren op de derde rij wordt één keer aangevallen en ook één keer gedekt.
Daarom besluit wit het paard, zijn enige actieve stuk, terug te halen zie groene pijl en daarmee die lastige dame aan te vallen. Helaas voor wit, overziet hij een belangrijk detail!
Zwart slaat toch de toren op de derde rij, want een gepend stuk is geen goede verdediger! De toren mag de dame niet slaan, omdat wit zichzelf dan schaak zet. De toren op de onderste rij valt de koning aan. Wit gaf het op.
In het eerste diagram had wit dus beter zijn koning schuin naar voren (naar de rand) kunnen spelen om de toren op de onderste rij te ontpennen. Ook dan is het voor wit heel moeilijk om zijn stelling te verdedigen, maar de partij gaat in ieder geval verder. En met zo weinig bedenktijd voor beide spelers weet je het dan maar nooit. Een foutje is snel gemaakt!
Pauw en Witteman maakten niet bepaald een enthousiaste indruk over het schaken, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat schaken ongeschikt is voor televisie. In Noorwegen wordt Magnus Carlsen al jaren gevolgd door de nationale zender NRK. Veel van zijn wedstrijden worden live of in samenvatting uitgezonden op de televisie. Spelers worden geïnterviewd, er wordt uitleg gegeven over de partijen, de emoties van spelers worden in beeld gebracht; alles wordt eraan gedaan om het interessant te maken.
Ziet er goed uit, nietwaar? De uitzending die je direct kunt aanklikken (van 30-12-2016) gaat overigens over het wereldkampioenschap blitz en rapid, gehouden in Doha (Qatar). Wat is dat precies, rapid en blitz?
Schaken met weinig bedenktijd
Met rapid en blitz wordt bedoeld dat een partij met een beperkte hoeveelheid bedenktijd wordt gespeeld. Bij een rapidpartij heeft elke speler meer dan 10, maar minder dan 60 minuten bedenktijd voor de gehele partij. In de meeste jeugdtoernooien, in elk geval die voor beginners, heb je 15 minuten bedenktijd per persooon.
In een snelschaakpartij (blitz) moet elke speler het doen met hoogstens 10 minuten bedenktijd. Hans Böhm en Magnus Carlsen speelden dus wel een heel extreme variant van snelschaken. Sterker nog, voor partijen met een bedenktijd van 2 minuten of minder per speler wordt ook wel de term ‘lightning’ gebruikt. Bliksemschaak dus!
Het helpt natuurlijk als je heel snel kunt denken, maar vingervlugheid en stalen zenuwen zijn minstens zo belangrijk. Kijk maar eens hoe het er in opperste tijdnood aan toe kan gaan:
Er gebeurt van alles, maar wellicht heb je ook de digitale schaakklok opgemerkt. Het voordeel is dat je precies kunt zien hoeveel tijd je hebt en ook biedt de klok extra mogelijkheden. Zo worden veel partijen tegenwoordig met increment gespeeld. Dit betekent dat je er per gespeelde zet een aantal seconden bedenktijd bijkrijgt. Bijvoorbeeld: het speeltempo bij het wereldkampioenschap rapid bedroeg 15 minuten+10 seconden per zet. Bij het wereldkampioenschap blitz moesten de spelers het met 3 minuten+2 seconden per zet doen.
Goede snelschakers
Vassily Ivanchuk miste jaren geleden mat in één miste in een snelschaakpartij(!) tegen Anand. Maar deze man is briljant! Kijk maar eens naar het volgende filmpje. De prijsuitreiking is gaande, maar Ivanchuk gaat volledig op in een dampartij (ja, het gaat om de wereldkampioen snelschaken!). Als vervolgens zijn naam wordt omgeroepen om de eerste prijs in ontvangst te nemen, moet de dampartij (in plaats van damschrijven worden pionnen gebruikt) even gestopt worden. En wat er dan gebeurt….
Met dit soort figuren is de schaaksport toch aantrekkelijk genoeg voor televisie?