Hoe hoort het eigenlijk, bij schaken?
Als je schaakt, wil je natuurlijk graag winnen. Helaas kun je niet al je partijen winnen en zal je zo nu en dan ook tegen een nederlaag aanlopen. Dit is niet altijd even leuk, maar het hoort er wel bij. Zelfs de beste spelers van de wereld verliezen wel eens een partij.
In de vorige blog zagen we de reactie van wereldkampioen Magnus Carlsen na zijn nederlaag in de WK-match tegen Sergey Karjakin. Ook in onderstaand filmpje zie je dat Carlsen niet graag verliest:
Verliezen kan vreselijk zijn, zeker als je gewend bent om heel veel partijen te winnen. Maar van verliezen kun je wel veel leren. Als je je verliespartij later nog eens rustig naspeelt (dit zou kunnen als je de zetten hebt opgeschreven, ook wel noteren genoemd), kun je ontdekken wat er misgegaan is en hoe je dit een volgende keer zou kunnen voorkomen. Erg leerzaam! Het grondig onderzoeken van een schaakstelling/-partij wordt door schakers trouwens 'analyseren' genoemd.
Blijf altijd sportief
Belangrijk is dat je altijd sportief blijft, ook als je verloren hebt of dreigt te verliezen. Hinder je tegenstander niet. Schaken is een leuk, maar moeilijk spel. Je moet je goed kunnen concentreren om de vele mogelijkheden op het schaakbord te overzien. Wanneer je geluid maakt (bijvoorbeeld door herhaaldelijk te klikken met je pen of met je schoenen tegen je stoel aan te tikken) of uitgebreid gaat eten achter het bord, terwijl je tegenstander aan het nadenken is, dan leidt dat de tegenstander af. Niet doen!
Aanraken is zetten
Natuurlijk moet je je ook aan de schaakregels houden. Hiermee doel ik vooral op het aanraken en loslaten van stukken. Heb je een stuk aangeraakt, dan moet je ermee zetten. Bedenk dus goed voordat je een zet gaat spelen of je ook echt met dit stuk wilt spelen. Pak je het stuk beet, dan kun je niet meer terug!
Je zou denken dat topspelers dit soort fouten niet meer maken, maar begin dit jaar overkwam het de topgrootmeester Hikaru Nakamura. In het Kandidatentoernooi in maart 2016 (kwalificatietoernooi voor het wereldkampioenschap) pakte Nakamura te snel zijn koning beet en werd er door zijn tegenstander Levon Aronian op gewezen dat hij met zijn koning moest zetten. Beide spelers hadden gelijk door dat dit geen goede zet zou zijn en dat wit de partij hierdoor zou gaan winnen. Nakamura wachtte nog even met het uitvoeren van zijn zet, maar uiteindelijk zat er voor hem niets anders op dan toch met de koning te spelen. Zie hieronder het voorval:
Losgelaten is gezet
Toevallig was Nakamura een paar maanden later weer betrokken bij een vergelijkbaar incident. Dit keer was het zijn tegenstander, oud-wereldkampioen Gary Kasparov (over hem heb je kunnen lezen in de blog Wereldberoemd door schaken), die een zet verkeerd ('onrechtmatig') speelde. Kasparov raakte zijn paard aan, speelde het naar een veld en liet het los. Toen pakte hij het paard weer vast en zette het ergens anders neer. Hij speelde dus wel met het paard (en dat moest, want hij had het paard aangeraakt), maar eigenlijk had hij het paard niet meer ergens anders meer mogen neerzetten. Losgelaten betekent namelijk gezet!
Nakamura had dit natuurlijk ook gezien, maar zei achteraf veel respect te hebben voor Kasparov. Hij vond het goed dat hij een andere paardzet speelde. Zie hieronder de beelden:
Wat zou er gebeurd zijn als Kasparov zich wel aan de regels had gehouden?
Nakamura, Hikaru - Kasparov, Garry (Analyse)
Het zwarte paard staat nu op het veld waar Kasparov het had losgelaten. In dit geval zou wit een dubbele aanval hebben gehad met de loper op het paard en de toren.
Zwart lijkt nog te kunnen verdedigen tegen de dubbele aanval door met de toren weg te gaan en tegelijkertijd het paard te dekken (zie de groene pijl). Aan deze vorm van verdedigen (weggaan plus dekken) wordt aandacht besteed in het Paard-level.
Helaas voor zwart blijkt deze verdediging hier niet goed genoeg. Het is erg lastig te zien op dit moment, maar de zwarte toren moet niet alleen de dekking van het paard in de gaten houden, maar ook de onderste rij moet verdedigd blijven. Dat is één taak te veel voor de toren. Wit kan hier handig gebruik van maken door de zwarte toren van de onderste rij te lokken. De loper slaat het paard. Hiermee wordt tevens de weg voor de witte toren vrijgemaakt. 'Baanruimen' wordt dat genoemd. Als de zwarte toren de loper terugslaat, komen we in de volgende stelling terecht:
De witte toren kan nu de zwarte koning schaak geven (volg de groene pijl). En die koning kan geen kant op!
In het Pion-level heb je drie manieren geleerd om schaak op te heffen. Weggaan of de aanvaller slaan, gaan hier niet. Wel kan zwart de loper tussenplaatsen.
Na tussenplaatsen, kan de toren de loper slaan en heeft wit een stuk gewonnen. Tegen een klasgenootje ben je dan misschien nog niet kansloos, maar een speler van wereldniveau weet wel hoe hij zo’n stelling moet afmaken!
De partij eindigde uiteindelijk in remise. Daar kwam Kasparov dus goed weg!
Contact maken is slaan
Ook als je met jouw stuk, een stuk van de ander aanraakt, geldt dit als een zet. Ook al heb je jouw stuk nog niet losgelaten. Je moet het stuk van de ander nu toch slaan. Want contact maken betekent slaan! Kortom, wees niet te snel met het uitvoeren van je zet en controleer altijd eerst of je de zet echt wilt spelen.
Deze regels gelden overigens alleen als de zetten toegestaan zijn. Raak je een stuk aan, maar sta je schaak of kom je daardoor schaak te staan, dan mag je een andere zet spelen. Zie bijvoorbeeld onder:
Raak je nu per ongeluk je paard aan, dan mag je toch een andere zet doen. Zwart moet namelijk het schaak opheffen en dat kan niet als zwart een paardzet doet.
In het volgende voorbeeld ben je wel de klos als je niet hebt gezien dat je schaak staat:
Als zwart hier te snel zijn/haar loper pakt, moet hij/zij er toch mee zetten. Het schaak kan namelijk worden opgeheven door de loper tussen de toren en de koning te plaatsen (zie rode pijl). Dat is geen handige manier om schaak op te heffen, want de loper kan dan geslagen worden. Beter was het om de koning weg te zetten. Had je maar eerst beter moeten kijken en niet te snel de loper moeten vastpakken!
J'adoube
Het kan wel eens gebeuren dat stukken niet netjes worden neergezet. Je mag in zo’n geval het ‘scheefstaande’ stuk aanraken en ‘recht’ zetten. Om te voorkomen dat je tegenstander dan zegt dat je dat stuk hebt aangeraakt en dat je ermee moet zetten, moet je van te voren wel aankondigen dat je het stuk ‘recht’ gaat zetten. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik zet het stuk recht.’ Toernooischakers gebruiken veelal de term ‘j’adoube’ wat Frans is voor: ik zet recht!
Handen schudden en beginstelling
Na afloop van een partij schud je elkaar de hand en zet je de stukken weer netjes in de beginstelling. Ook als je verloren hebt! Hoe het niet moet zie je in de volgende commercial:
Zoals je in deze blog gelezen hebt, komt er een hoop extra’s kijken bij het spelen van een schaakpartij. De belangrijkste les: wees altijd sportief. Zo zorg je ervoor dat het schaken aangenaam blijft, zowel voor jezelf als voor je tegenstander.