Openingstrainer pion met tempo 1
Tijd is een fascinerend concept. Hoe komt het dat tijd altijd vooruit gaat, en nooit achteruit? In professionele schaaktoernooien staat er naast het bord altijd een schaakklok. Aan het begin van de partij hebben beide spelers een vooraf afgesproken hoeveelheid bedenktijd. Zij mogen deze bedenktijd naar eigen inzicht indelen, zolang de tijd maar niet opraakt. Op het moment dat je tijd opraakt ga je door de vlag – je hebt verloren!
Nou heeft tijd in het schaakspel niet te maken met het tikken van de klok, het is ook een concept op het bord zelf! Iedere zet die gespeeld wordt, noemen we een tempo. Nadat de ene speler een tempo investeert is de tegenstander aan de beurt. Het is dus jouw taak om die tempi zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
Het is onverstandig om in de opening meerdere zetten met hetzelfde stuk te spelen. Liever wil je zoveel mogelijk verschillende stukken actief neerzetten, zodat deze kunnen samenwerken.
Toch is hierop een uitzondering. Kijk eens naar het voorbeeld. De witte pion staat aangevallen. Deze kunnen we dekken met het paard, maar er is ook een sterk alternatief. Wit kan de centrumpion namelijk doorschuiven. Ja, de pion verschuift daarmee een tweede keer, maar omdat het zwarte paard aangevallen staat, zal Zwart weer het paard moeten bewegen. Nadat het zwarte paard naar een veilig veld springt, zijn wij weer aan zet. Zo gaat toch geen tijd verloren!
Wat moet je doen?
Ga op zoek naar actieve ontwikkelingszetten, maar kijk ook of je een pion kan opspelen met tempowinst.